De toestellen in de speeltuin

Springletterpaaltjesveld
Kinderen springen op ‘letterpaaltjes’ die in verschillende kleuren gemaakt
zijn en in hoogte verschillen. Een kind kan, als het op de paaltjes springt, lettertekens zien en herkennen. Als het kind alleen zijn eigen letter kan lezen, kan het daarop springen en de letter hardop zeggen. Het kind kan ook, als het een aanvankelijke of gevorderde lezer is woorden en zelfs zinnetjes al springende maken. Vaak doen ze dat ook hardop spellend zodat andere kinderen uitgenodigd worden mee te luisteren en te springen. Als een rijmpje of gedichtje in het springveld verwerkt is, kan het kind ook via een kleursysteem deze tekst springen.
In dit springveld is taal, interactie, lezen en spellen, maar ook bewegen, kleur en ruimte belangrijk. Allemaal ‘intelligenties’, om met Gardner te spreken. Zo is in ieder toestel de taal en de verschillende intelligenties met elkaar verweven

spring_paaltjes

De wiskundeboom
Op de schets zie je de ‘logic smart tree’ oftewel de wiskundeboom. Deze boom bezit niet alleen geometrische figuren, waar kinderen op en in of onderdoor kunnen klauteren, maar herbergen ook begrippen als ‘open’ en ‘gesloten’ , ‘dik’ en ‘dun’, ‘groot’ en ‘klein’, ‘links’ en ‘rechts’, ‘driehoek’, ‘vierkant’, ‘cirkel’ en ‘rechthoek’ en de primaire kleuren. Deze boom is niet alleen wiskunde, maar ook taal, kleur, bewegen, vastpakken.

wiskundeboom

Er is ook een schotsenspringveld met poëziezinnen, looppaadjes die een liedje vormen, een ondersteboven glijbaan met geheime taalboodschappen, een klank- en tekenveld, een muzikale basketbalglijbaan en nog veel meer.

Ondersteboven glijbaan

De ‘onderstebovenglijbaan’ is voor de oudere kinderen, vanaf een jaar of acht. Zij ‘kruipen’ en ‘glijden’ naar boven en zien op verschillende plekken in de ‘tunnel’ flarden tekst. Die tekst is niet volledig, maar geeft wel een aanzet tot het fantaseren van een verhaal. Dat moeten ze zelf doen in hun hoofd. Ondertussen kost de beweging naar boven heel veel inspanning. Als ze hijgend boven staan met een verhaal in hun hoofd, kijken over het schip heen, het water over en ik hoop dat hun verhaal een plek krijgt in hun spel. Spelen, bewegen en je hoofd gebruiken, dat is de kern van deze tuin.

Woordslang

woordslang

Ouders
Ik heb ook plekken voor ouders bedacht. Want die zie je vaak met hun kinderen meegaan. Soms hebben ze een bankje om op te zitten, heel vaak niet. Maar ik wil ook juist de ouders bereiken bij het taalproces. Vandaar de fluisterbomen en de verhalenverteller, waar ze samen met kind naar liedjes en rijmpjes en verhaaltjes in de eigen taal en van de scholen in de buurt kunnen luisteren. Het doel van deze toestellen is dat ouders op het idee komen eigen liedjes en verhaaltjes thuis te zingen en te vertellen.